1. Herken direct de signalen van ontploffingsgevaar

Ontploffingsgevaar ontstaat vaak niet zonder waarschuwing. Let goed op deze signalen:

  • Een sterke gas- of chemische geur;
  • Sissende of blazende geluiden bij leidingen of installaties;
  • Rook, dampen of nevel in een ruimte;
  • Oververhitte apparaten of installaties;
  • Trillingen, knetterende geluiden of drukopbouw.

Twijfel je? Ga altijd uit van het ergste en handel direct.

2. Breng jezelf en anderen onmiddellijk in veiligheid

Bij (mogelijk) ontploffingsgevaar staat veiligheid altijd voorop.

  • Verlaat direct de ruimte of woning;
  • Waarschuw aanwezige personen;
  • Ga naar buiten en houd afstand;
  • Gebruik geen lift, maar de trap.

Blijf niet binnen om eerst te onderzoeken waar het probleem zit.

3. Vermijd alles wat vonken kan veroorzaken

Vonken kunnen bij gas of dampen direct een explosie veroorzaken.

  • Gebruik geen schakelaars, stopcontacten of elektrische apparaten;
  • Doe geen lampen aan of uit;
  • Gebruik geen mobiele telefoon in de ruimte;
  • Rook niet en gebruik geen open vuur.

Zelfs een kleine vonk kan al voldoende zijn.

4. Sluit gas en stroom alleen als dat veilig kan

Als je zonder risico kunt handelen:

  • Draai de gaskraan dicht;
  • Schakel de stroom uit in de meterkast;
  • Doe dit alleen als je daarbij geen vonken veroorzaakt.

Bij twijfel: niet doen en direct vertrekken.

5. Ventileer alleen als dat geen risico oplevert

Ventilatie kan helpen om gevaarlijke dampen te verminderen, maar alleen als dit veilig kan.

  • Open ramen en deuren indien mogelijk;
  • Gebruik geen mechanische ventilatie;
  • Ga daarna direct naar buiten.

6. Bel direct de hulpdiensten

Bij ontploffingsgevaar schakel je altijd professionele hulp in.

  • Bel 112 bij direct gevaar;
  • Volg instructies van de meldkamer nauwkeurig op;
  • Wacht op veilige afstand op hulpdiensten.

7. Mogelijke oorzaken van ontploffingsgevaar

Veelvoorkomende oorzaken zijn:

  • Gaslekkage of gasophoping;
  • Defecte cv-ketel of boiler;
  • Oververhitte elektrische installaties;
  • Chemische middelen of dampen;
  • Slechte ventilatie in afgesloten ruimtes.

Bij gaslucht lees ook wat je doet bij gaslucht in huis.

8. Wat moet je absoluut niet doen?

Deze handelingen vergroten het gevaar:

  • Niet blijven om zelf te onderzoeken;
  • Geen apparaten resetten of aanzetten;
  • Geen open vuur of kaarsen gebruiken;
  • Niet wachten tot het probleem vanzelf verdwijnt.

9. Na de melding: wat kun je verwachten?

Na je melding zullen hulpdiensten:

  • De situatie veiligstellen;
  • Metingen uitvoeren;
  • De oorzaak vaststellen;
  • Aangeven wanneer het weer veilig is om terug te keren.

10. Preventie: zo verklein je het risico

Je kunt ontploffingsgevaar helpen voorkomen door:

  • Regelmatig onderhoud aan gas- en elektrische installaties;
  • Goede ventilatie in huis;
  • Storingen direct serieus te nemen;
  • Nooit gaslucht of vreemde geuren te negeren.

Bij twijfel over elektrische veiligheid lees ook wat je doet bij brand in de meterkast.

Bekijk ook andere noodsituaties of ga naar het volledige artikeloverzicht.