1. Blijf kalm en beoordeel de situatie

Kortsluiting ontstaat vaak plotseling: een klik, alles valt uit of je ziet een vonkje bij een stopcontact of apparaat. Het belangrijkste is dat je eerst rustig blijft en kijkt of er direct gevaar is.

  • Zie je rook of vonken bij een apparaat, stopcontact of in de meterkast?
  • Hoor je knetteren, zoemen of een andere ongebruikelijke brom?
  • Ruik je een scherpe brandlucht in huis?

Bij zichtbare rook, vuur of een situatie die onveilig voelt: verlaat de ruimte (of het huis) en bel 112. Wacht buiten op de hulpdiensten en ga niet zelf aan de elektrische installatie sleutelen.

Ontstaat de kortsluiting tegelijk met stroomuitval in (een deel van) je woning? Lees dan ook dat stappenplan. Ruik je daarnaast een sterke gaslucht, bekijk dan altijd eerst gaslucht in huis, omdat dat extra gevaarlijk kan zijn.

2. Schakel de stroom uit als dat veilig kan

Zodra het veilig is, zorg je dat de stroom van de betreffende groep af gaat. Daarmee voorkom je verdere schade en verklein je het risico op brand.

  • Ga naar de meterkast en open de groepenkast.
  • Zoek de groep waarvan de schakelaar is uitgevallen of waarvan je vermoedt dat daar de kortsluiting zit.
  • Zet de groep volledig uit door de schakelaar naar beneden te zetten.

Raak geen stekkers, snoeren of apparaten aan die warm zijn, smeltplekken vertonen of waar rook bij vandaan komt. Eerst de spanning eraf, daarna pas verder kijken.

Is niet één groep uitgevallen maar heb je op meerdere plekken geen stroom meer? Lees dan ook wat je doet bij stroomuitval.

3. Probeer voorzichtig de oorzaak te vinden

Nu de stroom eraf is, kun je voorzichtig op zoek gaan naar de vermoedelijke oorzaak. Doe dit alleen als alles is afgekoeld en er geen rook meer zichtbaar is.

A. Controleer apparaten en stekkers

  • Haal de stekker van het vermoedelijke apparaat uit het stopcontact.
  • Controleer of de stekker, het snoer of de behuizing beschadigd, gesmolten of verkleurd is.
  • Gebruik apparaten met smeltschade, zwarte plekken of losse snoeren niet meer.

B. Controleer stopcontacten en verlengsnoeren

  • Kijk of het stopcontact warm is, verkleuring of smeltplekken heeft.
  • Controleer verlengsnoeren en verdeelstekkers op knikken, beschadigingen en overbelasting.
  • Gebruik beschadigde stopcontacten en snoeren niet meer en laat ze vervangen.

C. Let op water en lekkage

Water en elektriciteit zijn een gevaarlijke combinatie. Als er kortsluiting is ontstaan in een ruimte waar ook water of vocht een rol speelt, moet je extra voorzichtig zijn.

Zie je tegelijkertijd vochtplekken, druppels of een nat plafond? Mogelijk speelt lekkage ook mee. Pak dan eerst de lekkage veilig aan en schakel zo nodig een vakman in.

4. Test de groep voorzichtig opnieuw

Heb je een vermoeden welk apparaat of stopcontact de boosdoener was? Dan kun je de groep daarna weer inschakelen om te testen of de kortsluiting weg is.

  1. Laat verdachte apparaten en verlengsnoeren losgekoppeld (stekker uit het stopcontact).
  2. Ga terug naar de groepenkast en zet de betreffende groep weer aan.
  3. Blijft de groep nu aan en doet de verlichting het weer? Dan lag de oorzaak waarschijnlijk bij het losgekoppelde apparaat of stopcontact.
  4. Slaat de groep direct opnieuw uit? Dan wijst dat op een probleem in de bedrading of installatie zelf.

Blijft een groep steeds uitvallen, forceer dan niets. Het telkens opnieuw inschakelen van een defecte installatie kan gevaarlijk zijn.

5. Wanneer bel je een elektricien?

Een erkend elektricien inschakelen is verstandig als je twijfelt of als de kortsluiting niet duidelijk te herleiden is. Neem in ieder geval contact op met een professional wanneer:

  • Dezelfde groep herhaaldelijk uitvalt, ook als alle apparaten zijn losgekoppeld.
  • Je verbrande plekken of smeltsporen ziet bij stopcontacten, schakelaars of in de meterkast.
  • Je een brandlucht ruikt bij de meterkast, CV-ketel of een andere technische ruimte.
  • Je woning ouder is en de elektrische installatie nog nooit (of lang geleden) is vernieuwd of gecontroleerd.
  • Je je onveilig voelt en de oorzaak niet goed kunt achterhalen.

Een elektricien kan met meetapparatuur precies bepalen waar de fout zit, kabels en componenten vervangen en de installatie weer veilig maken.

6. Hoe voorkom je kortsluiting in de toekomst?

Helemaal voorkomen kun je kortsluiting nooit, maar met een paar gewoontes verlaag je het risico aanzienlijk.

  • Gebruik alleen goedgekeurde verlengsnoeren en verdeelstekkers en zet ze niet in serie achter elkaar.
  • Trek stekkers altijd aan de stekker zelf uit het stopcontact, niet aan het snoer.
  • Vervang beschadigde snoeren, stekkers en apparaten zo snel mogelijk.
  • Zorg dat de meterkast droog, opgeruimd en goed bereikbaar blijft.
  • Overweeg periodiek een inspectie van de elektrische installatie, zeker in oudere huizen.

Merk je regelmatig problemen met stroom, flikkerende lampen of groepen die uitvallen? Wacht dan niet te lang met het inschakelen van een elektricien. Veiligheid gaat altijd voor.

Bekijk ook andere situaties waarbij veiligheid voorop staat, zoals gaslucht in huis, lekkage en stroomuitval.

Bekijk alle artikelen binnen de categorie Noodsituaties of ga naar het volledige artikeloverzicht.